Visie op Aas
Share
Na een stukje te hebben geschreven over mezelf, mag ik nu flink uitweiden over aas (Visie op aas). Als laatste schreef ik dat je niks vangt als jezelf je aas niet wil eten. Het niet willen eten van het door ons aangeboden aas is in mijn ogen een heel belangrijk punt, zo niet het belangrijkste. Daarom wilde ik het alleen over aas hebben en de andere factoren die bij het vissen komen kijken maar voor later bewaren. Even een flinke stap terug in de tijd, ongeveer dertig jaar geleden. We visten toen met een voor ons bijzonder aas. Gekookte deegballen met een bijzondere geur. Dit was een hard aas, veel te hard, want al onze andere aassoorten moesten zacht zijn. We maakten ze zelf, van verschillende ingrediënten, aangevuld met een geurstof van de merken catchum (rod hutchinson) of richworth. Ook een zoetstof mocht niet ontbreken. Er werd namelijk gezegd dat we zonder die geur/smaakstoffen namelijk niets zouden vangen. En vangen deden we, of het nu kwam door de samenstelling van het aas, of door die ene super geurstof. We vingen ongekend veel karper, veel meer dan we ooit met andere aassoorten hadden gevangen.
In die tijd visten we allemaal met een 50/50 mix. Die mix was een aanpassing op een hoge eiwit mix, dit was een geweldige mix, maar veel te duur. De hoge eiwit mix was een samenstelling van caseine, calcium caseinaat, lactal albumine, melkpoeder, soya isolaat en wat bloemsoorten. Dit geheel aangevuld met de nodige vitaminen, mineralen en vetten.
Dit aas, van zeer hoogwaardige, vooral melkproducten kwam uit een idee van Fred Wilton. Deze man zei: ‘’zorg ervoor dat je aas kwalitatief zo goed is, dat het kan concurreren met alles wat een karper normaal eet.’’ Dan gaat de vis voor de makkelijkste weg en dat is het aas.
Je moest wel eerst een lange tijd voeren om de vis op dit aas te krijgen, maar dan zou het super werken. Al snel kwamen we er achter, dat we de kosten omlaag moesten krijgen, om echt te kunnen voeren. Om deze kosten per gewicht mix omlaag te brengen, mixte we de dure mix met een zeer goedkope mix. Deze goedkope mix bestond uit griesmeel, maismeel, polentabloem en alles wat maar goedkoop was. Dit aas van lage kwaliteit was op dat moment een hit in Engeland, omdat Rob Malin en vrienden zich daar een breuk aan vingen. Dit was voor mij en vele anderen het begin van het aanpassen van een toch goed vangend aas. Er werd een verhouding van 50% eiwit mix en 50% goedkope mix aangehouden.. De toen gebruikte 50/50 mix was gewoon een geweldige combinatie van ingrediënten. Let wel op, de samenstellingen van ingrediënten luisterde wel nou, het is niet zomaar even een beetje gokken. Maar als alles in de juiste verhouding is, draait deze mix geweldig. Hard mede door de melkeiwitten enorm uit en met een scopex geurstof(catchum) roken ze onweerstaanbaar.
Ook voor de vissers zelf blijkbaar, want iedereen die langs kwam rook die boilies op een kilometer afstand. Helaas op dit moment, is alles toch iets gecompliceerder, op alle wateren waar op karper zwemt gaan er boilies in. Werkelijk in alle formaten, kleuren en samenstellingen. Er wordt nu ongeveer dertig jaar met boilies gevist en dit is voor een hoop vissers een reden om toch voor andere aassoorten te kiezen. Je kan met boilies nog steeds enorm goed vangen, maar het is niet meer zo als in het begin. Even naar de praktijk, wordt zo saai alleen maar theorie!!!
We zitten aan de waterkant en de vissen springen op je stek, je systeem is helemaal 2013, voldoet aan de nieuwste eisen. Toch blijft die ene zo gewilde beet uit. Hoe kan dat! Het is zelf zo erg, dat de voerplekken continu worden bezocht.
We hebben toch allemaal de onderwater films bekeken. Er is dus blijkbaar interesse genoeg, maar er wordt niets genomen. Dan ineens een idee, laten we er eens een tigernootje aan doen. Alles hetzelfde, het systeem, de plaats en tijd en dan vrij snel een aanbeet. Waarom zo snel een beet op die tigernoot, en niet op die boilie. Voor de aanbeet op de tigernoot, hebben we misschien wel een verklaring. Maar we moeten ons ten zeerste afvragen, waarom kwam de beet niet op de boilie. Maar wat is dan toch de reden, dat we steeds voor boilies kiezen, zelfs na ruim dertig jaar intensief gebruik. Deze gedachten gang lijkt me een mooie start voor het volgend stuk.
We hebben toch allemaal de onderwater films bekeken. Er is dus blijkbaar interesse genoeg, maar er wordt niets genomen. Dan ineens een idee, laten we er eens een tigernootje aan doen. Alles hetzelfde, het systeem, de plaats en tijd en dan vrij snel een aanbeet. Waarom zo snel een beet op die tigernoot, en niet op die boilie. Voor de aanbeet op de tigernoot, hebben we misschien wel een verklaring. Maar we moeten ons ten zeerste afvragen, waarom kwam de beet niet op de boilie. Maar wat is dan toch de reden, dat we steeds voor boilies kiezen, zelfs na ruim dertig jaar intensief gebruik. Deze gedachten gang lijkt me een mooie start voor het volgend stuk.
Paul Breedveld